Anatomie en functie van de voorste kruisband
De knie is een veelvragend complex gewricht in het menselijk lichaam. Ze laat ons stappen, rennen, springen en draaien – bewegingen die we vaak vanzelfsprekend vinden. Achter deze soepelheid schuilt een ingenieus samenspel van botten, spieren, pezen en ligamenten. Een belangrijk element daarvan is de voorste kruisband.
Waar ligt de voorste kruisband?
De voorste kruisband bevindt zich centraal in het kniegewricht, diep tussen het dijbeen (femur) en het scheenbeen (tibia). Samen met de achterste kruisband vormt hij een soort “kruis” binnenin de knie – vandaar de naam.

Wat doet de voorste kruisband?
De voorste kruisband vervult een dubbele stabiliserende functie:
- Hij voorkomt dat het scheenbeen te ver naar voren schuift ten opzichte van het dijbeen.
- Hij controleert de draaibewegingen van de knie bij plots stoppen, afremmen of veranderen van richting.
Kort gezegd: de voorste kruisband houdt de knie stabiel wanneer het erop aankomt – bij het landen na een sprong, het maken van een snelle draai of het plots afremmen tijdens het lopen.
Waarom is de kruisband zo belangrijk?
De voorste en achterste kruisband zorgen, in een samenspel met de buitenste gewrichtsbanden en spieren, ervoor dat de knie stabiel blijft tijdens het bewegen. Een samenspel die uit evenwicht is indien de voorste kruisband scheurt.
Dit kan reeds bij de alledaagse activiteiten er voor zorgen dat je jouw knie niet vertrouwd of dat hij soms wegknikt. Bij sportactiviteiten is de invloed van een scheur nog groter, zodat er regelmatig een onzeker gevoel optreedt. Een onzeker gevoel of wegknikken is niet alleen hinderlijk, maar kan ook lijden tot bijkomende letsels aan de meniscus of het kraakbeen.
Samenvattend
De voorste kruisband is een kleine maar cruciale structuur die kracht, stabiliteit en controle aan de knie geeft.
Zolang hij intact is, merk je hem niet– maar als hij scheurt, verandert de manier waarop je knie beweegt en aanvoelt.
Van scheur tot behandeling
In de meeste gevallen scheurt de voorste kruisband tijdens het sporten. Op het moment van het ongeval hoor jij of je medespeler regelmatig een “krak”. De knie zwelt meestal vrij snel op en steunen wordt moeilijker.
Komen gescheurde kruisbanden vaak voor?
Bij patiënten die omwille van een sportgerelateerde kniedistorsie een arts opzoeken is er in 20% van de gevallen een scheur van de voorste kruisband aanwezig. Vooral bij pivoterende sporten, zoals bijvoorbeeld voetbal, basketbal, skiën, en rugby, is er een verhoogd risico. Een voorste kruisband kan echter ook scheuren bij een zware verstuiking van de knie tijdens dagelijkse activiteiten of tijdens een val.
Hoe wordt een scheur van de voorste kruisband vastgesteld?
Naast het klassieke verhaal van de patiënt (je knie voelen kraken en onmiddellijke zwelling) kan bloed in de knie ook wijzen op zo’n scheur. In de regel kan de arts door het lichamelijk onderzoek vaststellen dat de voorste kruisband gescheurd is.
Met behulp van een scanner (MRI) kan enerzijds de diagnose bevestigd worden. Anderzijds laat dit onderzoek ook toe om andere letsels zoals meniscusletsels en kraakbeenletsels vast te stellen.
Is een operatie noodzakelijk?
De beslissing of de voorste kruisband scheur met of zonder operatie te behandelen is multifactorieel (leeftijd, sportieve ambities, werksituatie, additionele knieletsels, sociale factoren, etc…). Algemeen worden jongere patiënten operatief behandeld, zeker indien de patiënt(e) terug pivoterende sporten (voetbal/basket/rugby/…) wil uitoefenen. Bij oudere patiënten kan men eerst een conservatieve behandeling starten met de optie om later operatief in te grijpen, als de patiënt(e) niet de gewenste stabiliteit in zijn/haar knie terugwint. Maar zoals reeds vermeld, hangt de behandeling van meerdere factoren af, die samen met de je besproken wordt tijdens de raadpleging.
Wat als er bijkomende meniscusletsels zijn?
Het verlies van meniscusweefsel verhoogt de kans op vroegtijdige artrose na voorste kruisband scheur. Daarom is het herstel en de genezing van de meniscus belangrijk. Als een eventueel meniscusletsel op MRI herstelbaar lijkt, dan is het opportuun om deze chirurgisch te herstellen om zo de kans op vroegtijdige artrose te verminderen. In dit geval zal gelijktijdig een voorste kruisband reconstructie plaatsvinden, zo niet is de kans dat de meniscus geneest kleiner.
Wanneer operatie?
De chirurgie kan plaatsvinden zodra er een goede bewegelijkheid (strekken en plooien) is, er een goede spiercontrole is en er een normaal wandelpatroon is zonder hulpstukken. Daarom is het zinvol om naar de kinesist te gaan voor de operatie. Optimaal vindt een voorste kruisband reconstructie plaats binnen de eerste 3 tot maximaal 6 maand na ongeval omdat anders de kans op nieuwe letsels toeneemt. De ingreep is dus niet urgent. Echter bij complexe meniscusletsels is het wel opportuun om, zodra de knie het toelaat, een chirurgisch herstel uit te voeren.
Kan een voorste kruisband hersteld worden of moet er een nieuwe band worden gemaakt?
Afhankelijk van welk type scheur kan de eigen kruisband hersteld worden. Dit is vooral van toepassing als er een stuk bot met je kruisband afgescheurd is van het onderbeen. Bij sommige andere scheuren is dit technisch gezien ook mogelijk, echter tonen studies aan dat de kans dat je opnieuw uw kruisband scheurt groter is dan wanneer een nieuwe kruisband gemaakt wordt. Daarom wordt meestal geopteerd om de kapotte kruisband te vervangen.
Van waar komt deze nieuwe band dan?
Lichaamseigen pezen geven de beste resultaten, zeker in jonge patiënten. Er kan geopteerd worden om een deel van de hamstring-, quadriceps- of patellapees te nemen. In sommige gevallen kan er ook gewerkt worden met een donorpees. De keuze is afhankelijk van de patiënt, type letsel en sportactiviteit. Elk van deze pezen heeft zijn voor- en nadelen. De chirurg zal dit met jouw bespreken.

Wat moet je doen vóór een operatie?
Kinesitherapie
De knie moet optimaal voorbereid worden vóór de operatie. Bijkomende letsels van meniscus en kraakbeen moet je zeker vermijden. Wees daarom voorzichtig!
IJs aanbrengen op de knie is zinvol om de ontsteking te doen afnemen. Hiermee vermindert ook de pijn en zwelling. Eventueel kan je pijnstillers of ontstekingsremmers nemen.
Verder is het zinvol om reeds voor de operatie te starten met kinesitherapie. Enerzijds om je knie operatieklaar te krijgen anderzijds ook om reeds spierversterkende oefeningen te doen. Dit zal ervoor zorgen dat je vlotter hersteld na de operatie. Verder laat dit je toe om je kinesitherapeut te leren kennen.
Kamer aanvragen
Na de consultatie moet je je aanmelden bij het secretariaat van het centrum orthopedie. Daar krijg je bijkomende informatie over de verzekering en kamerkeuze.
Preoperatieve vragenlijst invullen
Om de operatie en de narcose veilig te laten verlopen, krijg je vooraf een preoperatieve vragenlijst mee naar huis. Gelieve deze lijst zo zorgvuldig mogelijk in te vullen. Raadpleeg desnoods je huisarts. Bij latexallergie raden wij je aan om de chirurg vóór de opname op de hoogte te brengen.
Preoperatieve vragenlijst invullen
Om de operatie en de narcose veilig te laten verlopen, krijg je vooraf een preoperatieve vragenlijst mee naar huis. Gelieve deze lijst zo zorgvuldig mogelijk in te vullen. Raadpleeg desnoods je huisarts. Bij latexallergie raden wij je aan om de chirurg vóór de opname op de hoogte te brengen.
Preoperatieve onderzoeken
Vanaf de leeftijd van 55 jaar zijn een aantal bijkomende onderzoeken nodig. Zo zal een standaard bloedafname en/of een cardiogram (ECG) gevraagd worden. Deze onderzoeken mag je bij de huisarts laten afnemen een aantal dagen voor de operatie.
Medicatielijst
Bij opname is het belangrijk dat de verpleegkundigen goed op de hoogte zijn van je medicatie. Als voorbereiding op de opname zorg je best voor een medicatielijst.
Bloedverdunners
Indien je dagelijks bloedverdunners neemt, raadpleeg je best uw huisarts ten laatste 10 dagen voor de ingreep. Hij zal dan met jouw bespreken wanneer je mag stoppen met de bloedverdunner. Cardio-aspirine® en Asaflow® mag je doornemen.
Reserveer thuiszorg
Je bekijkt best voor de operatie welke hulp je nodig kan hebben. Bij vragen kan je steeds terecht bij jouw ziekenfonds en de sociale dienst van het ziekenhuis.
Telefoonnumer sociale dienst AZ Groeninge: 056 63 68 40
De operatie
Anesthesie
Voor de ingreep kan gekozen worden tussen een ruggenprik (spinale anesthesie) of een volledige verdoving (algemene anesthesie). De anesthesist zal dit in samenspraak met je beslissen op de dag van de operatie.
Bij patiënten jonger dan 18 jaar wordt doorgaans standaard een algemene verdoving gebruikt.
Voorbereiding
Voor de ingreep krijg je antibiotica toegediend om het risico op infectie te verminderen. Alle instrumenten worden zorgvuldig klaar gelegd en een knelband wordt rond het bovenbeen aangebracht. Hierdoor vermindert de bloedtoevoer tijdelijk en blijft het zicht binnen de knie tijdens de operatie optimaal.
Daarna wordt het been ontsmet en worden de steriele doeken aan gebracht.
De peesgreffe
Afhankelijk van de beslissing dat chirurg met je maakte tijdens de consultatie, wordt er, via een kleine insnede, een deel van de hamstring-, quadriceps- of patellapees genomen. Deze pees wordt dan voorbereid om een stevige nieuwe voorste kruisband te vormen.
De kijkoperatie
Nakijken van de knie
Eerst gebeurt er een inspectie van het volledige kniegewricht waarbij alle letsels worden geëvalueerd. Regelmatig zien we letsels in de knie, voornamelijk meniscusscheuren, die niet zichtbaar waren op MRI. Een grondige inspectie is dus cruciaal.
Wanneer een meniscusscheur geschikt is om te hechten, worden de nodige materialen klaargelegd zodat de meniscus op een later moment tijdens operatie gehecht kan worden.
Maken van de bottunnels
Daarna worden met gespecialiseerde instrumenten tunnels in het bovenbeen en het onderbeen gemaakt. Het is van groot belang dat deze tunnels precies uitkomen op de oorspronkelijke aanhechtingsplaatsen van de voorste kruisband. Dit zorgt ervoor dat de nieuwe band anatomisch correct wordt geplaatst.
Vervolgens wordt de eerder voorbereide peesgreffe doorheen deze tunnels doorgetrokken.

Fixatie in de tunnels
Wanneer de nieuwe kruisband op zijn plaats zit, wordt deze stevig vastgezet in de bottunnels. Hiervoor bestaan er verschillende technieken zoals ondermeer schroeven of kleine metalen plaatjes.
Het doel is dat de greffe onmiddellijk stabiel en stevig verankerd is zodat de patiënt onmiddellijk kan bewegen en de greffe goed kan ingroeien in het bot.

Hechten van de meniscus
Indien er een meniscusscheur aanwezig is die hersteld kan worden, wordt deze nu gehecht.
Voor elke soort meniscusscheur bestaat een specifieke techniek. Soms is een extra klein sneetje in de huid nodig om de hechting correct te plaatsen.
Extra stabilisatie
Tot slot wordt er soms een extra stabilisatie uitgevoerd. Dit gebeurt via een bijkomende insnede aan de buitenkant van de knie. Deze extra stabilisatie verminderd het risico op een nieuwe voorste kruisband scheur in de toekomst bij jonge patiënten en patiënten die frequent pivoterende sporten beoefenen (voetbal, basketbal, etc.). De nood om al dan niet een extra stabilisatie uit te voeren zal je samen met je chirurg bespreken.
Mogelijke verwikkelingen na een reconstructie van de voorste kruisband
Hoewel een voorste kruisbandreconstructie doorgaans veilig en succesvol verloopt, brengt de ingreep beperkte risico’s met zich mee. De chirurg en het team nemen alle voorzorgsmaatregelen om deze risico’s tot een minimum te beperken. Hieronder vind je een overzicht van de belangrijkste mogelijke complicaties.
Infectie
Ondanks verschillende voorzorgsmaatregelingen zoals het gebruik van antibiotica en steriele technieken, kan er een infectie ontstaan in het gewricht of rond de wonde. Dit komt met de nieuwste technieken nog zelden voor.
Trombose (bloedklonters)
Na een knieoperatie is er een risico op het vormen van een bloedklonter in een ader van het onderbeen. Je kan dat risico verminderen door de voet regelmatig te bewegen en vaak de spieren van kuit en dij op te spannen.
Bijkomend krijg je medicatie om het bloed te verdunnen. Deze krijg je via een dagelijks prik in de buik toegediend door jezelf of een thuisverpleegkundige.
Stijfheid van de knie
Sommige patiënten hebben moeite om de knie opnieuw volledig te strekken of te plooien. Gerichte kinesitherapie helpt dit meestal op te lossen. In sommige gevallen moet er in verloop van de revalidatie een bijkomende kijkoperatie uitgevoerd worden om littekenweefsel te verwijderen.
Vochtophoping en zwelling
Na de operatie kan de knie zwellen door vocht en ontsteking. Dit is meestal tijdelijk en verbetert met ijs, mobilisatie en oefeningen.
Nabloeding of hematoom
Soms kan er na de operatie een bloeding optreden in of rondom de knie. Door regelmatig ijs op de knie te leggen, kan je die beperken. Bij een grotere bloeding in de knie dient er soms in de knie geprikt te worden om het bloed te verwijderen. In de meeste gevallen lost het bloed echter vanzelf op in het lichaam.
Falen van de nieuwe kruisband
Bij een beperkt percentage van de patiënten kan de nieuwe kruisband opnieuw scheuren, dit voornamelijk bij een vroegtijdige terugkeer naar intensieve sport of bij een nieuw trauma.
Falen van de meniscushechting
Meniscusscheuren die gehecht werden tijdens de ingreep genezen soms niet of kunnen opnieuw inscheuren. Tijdens een kijkoperatie zal dan een deel van de meniscus verwijderd worden of, in specifieke gevallen, wordt deze opnieuw gehecht.
Problemen ter hoogte van de peesdonorplaats
Wanneer een deel van de hamstring-, quadriceps- of patellapees wordt gebruikt, kan er tijdelijk pijn, krachtverlies of gevoeligheid optreden op de plaats waar de pees werd weggenomen. Dit herstelt meestal geleidelijk met oefeningen.
Gevoelloosheid
Rond de incisies kan een deel van de huid gevoelloos worden. Dit heeft geen invloed op de functie van die knie, spierkracht of pijngewaarwording.
Verloop van de opname
Dag van de operatie
Twee dagen voor je opname word je opgebeld tussen 10 en 18u (op donderdag voor een ingreep op maandag). Er wordt doorgegeven wanneer je op de dag van de operatie aan de centrale inschrijvingsbalie moet aanmelden. Indien je geen bericht kreeg, kan je na 18u terecht op het telefoonnummer 056 63 51 50 (operatiekwartier).
Nuchter
Je moet nuchter zijn op de dag van de operatie. Dit wil zeggen dat je na middernacht niet meer mag eten, drinken of roken. Indien je niet nuchter bent, wordt de operatie verplaatst naar een latere datum wegens mogelijke complicaties bij de verdoving.
Medicatie
Bespreek met de huisarts of je chirurg welke medicatie je de dag van operatie nog inneemt.
Uur van de operatie
Het is moeilijk te zeggen om welk uur de ingreep precies plaatsheeft.
Na de operatie
Onmiddellijk na de ingreep krijg je een verband aan je knie. Je blijft in de ontwaakzaal tot de anesthesist akkoord gaat om je naar jouw kamer te laten gaan.
’s Avonds krijg je ter preventie van flebitis een inspuiting in de buik.
Dag 1 na de operatie
‘s Morgens komt een kine- en ergotherapeut bij je langs om reeds enkele oefeningen met jouw te doen alsook je te helpen stappen met krukken. Verder krijg je hulp bij de ochtendverzorging en wordt het verband ververst. Om pijn te voorkomen, krijg je medicatie.
In de regel verlaat je de dag na de operatie het ziekenhuis. Als voorbereiding op het ontslag schrijft de chirurg medicatie en kinesitherapie voor. Je krijgt ook een afspraak voor een consultatie bij de chirurg.
De eerste week
Zwelling
Zwelling na de operatie is normaal. Het is heel belangrijk om het de eerste week rustig aan te doen. Regelmatig ijs op de knie leggen is belangrijk om zwelling, pijn en ontsteking onder controle te houden.
Pijnmedicatie
Pijnstillers en ontstekingsremmers zijn niet strikt noodzakelijk. Ze versnellen de genezing niet. Ze zorgen enkel voor comfort.
Inspuitingen tegen klontervorming
De vorming van bloedklonters is een risico na knieoperaties en na een periode van lage beweeglijkheid. Om dit risico te verminderen, wordt medicatie gegeven die het bloed een beetje verdunt. Deze krijg je via een dagelijks prik in de buik toegediend door jezelf of een thuisverpleegkundige.
Kinesitherapie
Kinesitherapie is noodzakelijk om het goede herstel te begeleiden. Deze start je best binnen de eerste vijf dagen na ontslag in het ziekenhuis.
Het ziekenfonds en jouw kinesist kunnen je op de hoogte brengen van mogelijke terugbetaling van de kinesitherapie door het RIZIV.
Meestal worden ongeveer 3tal kinebeurten per week voorgesteld.
Naast deze kinebeurten moet je ook thuis oefenen. Bij competitiesporters wordt aangeraden om het aantal beurten in het begin te beperken, om nog voldoende beurten over te hebben voor de 2de en 3de fase die belangrijk zijn voor de voorbereiding op sporthervatting.
Kniebrace
Een kniebrace wordt in specifieke gevallen aanbevolen (veelal wanneer er een meniscushechting plaatsvindt) maar is zeker niet nodig na elke voorste kruisband reconstructie. ’s Nachts om te slapen mag u de brace in de regel verwijderen.
Wondzorg en hechtingen
Als het verband niet lost, mag deze dichtgelaten worden tot 2 weken na de operatie. Het is heel belangrijk dat je de wonde droog houdt. De hechtingen worden na 2 weken verwijderd op consultatie bij de chirurg of bij de huisarts. De huisarts krijgt steeds een verslag van de hospitalisatie.
Douchen
Je mag douchen zolang je de wonde droog houdt. Neem geen bad. Wees voorzichtig zodat je wonde mooie geneest.
