Liespijn bij jonge mensen
Heup- en liespijn komt frequent voor bij jonge mensen. Vaak is dat het geval bij intens sporten, maar ook alledaagse zaken zoals fietsen, lang zitten of wandelen kunnen tot heuppijn leiden. Alhoewel de oorzaak, vooral bij sporters, meestal buiten het heupgewricht ligt (pubalgie, sporters hernia, adductorentendinitis), begrijpen we nu beter hoe ook het heupgewricht zelf de oorzaak van de pijn kan zijn. Bij sommige mensen zijn kleine afwijkingen aanwezig die over het verloop van vele jaren tot slijtage (arthrose) van de heup kunnen leiden. Heuppijn bij jonge mensen noemen we young adult hip problems.
Welke patiënten?
Young adult hip problems komen voor bij patiënten van 12 tot 50 jaar. De pijn gaat heel vaak op en af met periodes waarbij het soms lange tijd beter gaat. Mettertijd worden de klachten echter steeds erger. Nachtelijke pijn ontstaat pas wanneer er kraakbeenschade optreedt. Meestal beschrijven de patiënten hun pijn rond de heup op een typische manier: wij noemen dit de C-sign.
Enkele frequente oorzaken van young adult hip problems:
- Problemen van botcontact tussen het bekken en het heupbeen: impingment van de heup.
Sommige mensen hebben van bij de geboorte een minieme afwijking op het heupbeen (femur) of op de heupkom (acetabulum) doordat er te veel bot aanwezig is of er zich in een kleine zone te veel bot ophoopt. De heup kan daardoor in bepaalde richtingen niet volledig bewegen. Meestal gebeurt dat wanneer het been volledig wordt gespreid of wanneer de heup heel diep wordt geplooid. Doordat het heupbeen gaat botsen op de heupkom ontstaat er schade. Eerst wordt het labrum (de sluitring van de heupkom) beschadigd en daarna wordt stelselmatig het kraakbeen beschadigd. Het labrum kan daarbij ook echt gaan scheuren. Wanneer de botafwijking zich vooral bevindt op het heupbeen, noemen we dit een CAM impingment. Bevindt de afwijking zich echter op de heupkom, spreken we over een PINCER impingment. Vaak is er sprake van een combinatie van de beide. - Pees- en slijmbeursontstekingen
Niet alle pijnproblemen vinden hun oorzaak in de beender en. Bij jonge sporters is vaak sprake van liespijn over de adductoren of een sportershernia (verzwakken van de rechte buikspieren en het lieskanaal). Voor informatie daarover verwijzen we naar het artikel op onze website liespijn en pubalgie bij atleten.
Tevens sukkelen mensen vaak met pijn wanneer ze ’s nachts op hun heup liggen. Dat wordt meestal veroorzaakt door een slijmbeursontsteking over de peesaanhechting: trochanter bursitis.
Ten slotte kunnen er ook meerdere pezen chronisch ontstoken geraken of klikken. De belangrijkste is de iliopsoaspees aan de voorzijde van de heup. Wanneer die gaat klikken, noemen we dat een internal snapping hip. Ook de pees over de grote trochanter kan klikken en pijn veroorzaken: dan spreken we over een external snapping hip. Een laatste pees die tot pijn kan leiden door lang te zitten, is de piriformispees aan de achterzijde van de heup: het fameuze piriformissyndroom. - Een onvolgroeide heupkom: heupdysplasie.
Een vrij zeldzaam probleem aan de heup ontstaat wanneer de heupkom (acetabulum) niet volledig is volgroeid en zo te ondiep is. De patiënt steunt dan op een te klein deel van zijn kraakbeen waardoor dat overbelast wordt en geleidelijk aan kapotgaat. Dat trage proces veroorzaakt meestal pas problemen rond de leeftijd van 20 jaar.
De behandelingsopties
- De conservatieve aanpak: inspuitingen, kinesitherapie, sportaanpassing
Inspuitingen in de heup zijn van grote waarde in de behandeling van heuppijn. Door cortisone en lokale verdoving selectief in te spuiten, kunnen we de pijn verhelpen. Bovendien helpt dat ons ook heel goed bij de diagnose. Als we met een inspuiting de pijn volledig kunnen wegnemen, zijn we onmiddellijk 100% zeker over de oorsprong van de pijn. Peesinfiltraties zoals over de buikwand, de grote trochanter of de adductoren kunnen gebeuren op de consultatie. Een injectie in en rond het heupgewricht kan echter enkel gebeuren in de operatiezaal. Daarvoor hoeft u wel niet in slaap te gaan; een lokale verdoving is ruimschoots voldoende. Zowel cortisone- als kraakbeensubstituten kunnen worden gebruikt. - Heuparthroscopie
Alle oorzaken van young adult hip problems weergegeven in punt 1 en 2 kunnen worden aangepakt met een arthroscopie van de heup.
Heuparthroscopie is een krachtig instrument geworden. Waar vroeger grote incisies moesten worden gemaakt om iets te kunnen doen aan de heup, kan dat nu via 3 tot 5 kijk- en werkgaatjes. Daarmee kunnen we in het heupgewricht en over de hals van het femur kijken. Het biedt ons bovendien de mogelijkheid de slijmbeurs en het posterieure kapsel rond de heup te bekijken. De ingreep gebeurt in het dagziekenhuis onder algemene narcose. Na de ingreep moeten onze patiënten 4 weken met krukken stappen waarbij ze toch volledig mogen steunen. Kinesitherapie wordt ten vroegste op 4 weken gestart. Na 3 weken mag worden gefietst, na twee maanden gejogd en na 6 maanden mogen alle activiteiten worden hervat. - Bekkenosteotomie of peri-acetabulaire osteotomie volgens Ganz.
Bekkenosteotomie is de enige goeie optie voor het behandelen van heupdysplasie bij volwassen personen. Technisch is het een moeilijke ingreep waar risico’s zoals zenuwbeschadiging en bloedverlies aan verbonden zijn. In ervaren handen vormt het echter een sterk wapen in de behandeling van pijn bij heupdysplasie.
Bij deze ingreep is het de bedoeling om breuken te maken rond de bekkenkom (acetabulum). Die wordt losgemaakt van de rest van het bekken en zo in een betere positie gefixeerd. Ondanks dat het een ingrijpende operatie is, laat een goed uitgevoerde osteotomie een snelle revalidatie toe. Deze patiënten hoeven slechts een vijftal dagen in het ziekenhuis te blijven. Zes weken stappen met krukken, waarbij zij niet volledig mogen steunen, is absoluut noodzakelijk.
Gezien de zwaarte van de ingreep en de potentiële risico’s zal deze ingreep in het AZ Groeninge enkel worden aangeboden na een grondig gesprek met de patiënt en de familieleden.

Enkele interessante referenties.
- INSTRUCTIONAL REVIEW. L. Verhelst, V. Guevara, J. De Schepper, J. Van Melkebeek, C. Pattyn, and E. A. Audenaert. Extra-articular hip endoscopy: a review of the literature. Bone Joint Res 2012;1:324-32. FREE ARTICLE
- Imam S, Khanduja V. Current concepts in the diagnosis and management of femoroacetabular impingement. Int Orthop. 2011;35(10):1427-35.
- Kowalczuk M, Bhandari M, Farrokhyar F, et al. Complications following hip arthroscopy: a systematic review and meta-analysis. Knee Surg Sports Traumatol Arthrosc. 2012 Sep 2.
- Ganz R, Horowitz K, Leunig M. Algorithm for femoral and periacetabular osteotomies in complex hip deformities. Clin Orthop Relat Res. 2010 Dec;468(12):3168-80.