Anatomie van de heup
Het heupgewricht is een kogelgewricht, waar de heupkop van het dijbeen (femur) articuleert met de heupkom (acetabulum). Beiden zijn bekleed met glad kraakbeen, welke zorgt voor een pijnvrije en soepele beweeglijkheid.
Het heupgewricht wordt gestabiliseerd door het gewrichtskapsel en de omliggende spieren.
Arthrose van de heup : Verschijnselen en klachten
Bij artrose van de heup is het gewrichtskraakbeen onherstelbaar beschadigd of weggesleten.
De meest voorkomende klacht is pijn. In eerste instantie alleen bij bewegen en belasten, later ook in rust en tijdens de slaap. De pijn wordt meestal gevoeld in de lies, met uitstraling naar de knie. Soms situeert de pijn zich ook aan de achterkant van de bil. De pijnklachten zijn ook vaak erger bij koud en vochtig weer.
De pijn is vaak een reden om af te zien van bijvoorbeeld lange wandelingen en traplopen. Het is van belang in beweging te blijven, maar de pijngrens zo min mogelijk te overschrijden. Dit betekent dat meerdere keren een klein eindje lopen beter is dan éénmaal een lange afstand.
Het heupgewricht wordt stijver, vaak verloopt het aantrekken van schoenen en sokken dan ook moeizaam.
Andere oorzaken van heupslijtage
Slijtage van de heup kan meerdere oorzaken hebben.
Aseptische of avasculaire heupkopnecrose
Een proces waarbij het bot net onder het kraakbeen afsterft en tenslotte inzakt. Dit leidt tot vroegtijdige kraakbeenbeschadiging en pijn.
Rheumatoïde arthritis
Een systeemziekte, gekenmerkt door ontstekingen van verschillende gewrichten, die uiteindelijk leidt tot destructieve omvormingen van het gewricht.
Aangeboren heupaandoeningen
Hierbij kent het heupgewricht al van bij de geboorte een afwijkende vorm, wat vaak reeds op vroegtijdige leeftijd heupklachten kan veroorzaken. Een gekend voorbeeld is heupdysplasie, waarbij de heupkop onvoldoende beenderig bedekt is door de heupkom.
Femoro-acetabulaire impingment
Afwijkende vorm van de kop en/of acetabulum waarbij er een abnormaal conflict/ botsing optreedt. Dit geeft op langere termijn aanleiding tot vroegtijdige slijtage.
Heupfracturen
Door bepaalde heupfracturen kan de doorbloeding van de heupkop onherstelbaar beschadigd worden en dit kan aanleiding geven tot het inzakken van het bot.
Anderzijds is er vaak ook geen duidelijk aanwijsbare oorzaak, we spreken hier dan van gebruiksslijtage, een normaal ouderdomsverschijnsel.
Welke behandelingen zijn er mogelijk?
Niet-chirurgische behandeling van de heup
- Gebruik van een kruk/wandelstok: In de beginperiode kan een hulpmiddel vaak de pijn verminderen. Het is hierbij belangrijk dat u de kruk of de wandelstok aan de niet-aangetaste heup vasthoudt.
- Aanpassing van de levensstijl: Vermageren, zware (schok)belastende activiteiten vermijden (bv. lopen, springen…).
- Pijnstillende medicatie
- Ontstekingsremmende medicatie: Deze medicatie wordt gebruikt om ontstekingen tegen te gaan en om de pijn tijdelijk te onderdrukken.
- Tijdelijke beterschap kan ook bekomen worden met een gewrichtsinfiltratie met hyaluronzuur of cortisone.
Als de pijnklachten erger worden, komt u in aanmerking voor een totale heupprothese.
Wanneer wordt een heupprothese geplaatst?
Het plaatsen van een heupprothese wordt pas overwogen als:
- Conservatieve behandelingen niet meer werken of onvoldoende efficiënt zijn.
- Er sprake is van veel pijn.
- Bij het optreden ven belangrijke beperkingen in het dagelijks functioneren, bv. Beperkte gangperimeter, nachtelijke pijn,…
Wat is een totale heupprothese?
Een heupprothese is een kunstgewricht dat het beschadigde deel van het heupgewricht vervangt.
Bij een totale heupprothese wordt zowel de heupkop als de heupkom vervangen, waardoor de pijnklachten verminderen en de beweeglijkheid terug toeneemt.
Onderdelen van een totale heupprothese
- De cup of acetabulaire componente bestaat meestal uit twee delen: een metalen buitenste deel bekleed met een ingroeilaag en een binnenste deel uit polyethyleen of keramiek.
- De steel of femorale componente bestaat ook uit twee delen namelijk een steel en een kop: de steel met een ingroeilaag bestaande uit hydroxyapathiet en een kopje bestaande uit keramiek of chroomkobalt.
Meestal wordt geopteerd voor een niet gecementeerde prothese, waarbij de prothese in het bot bevestigd wordt tijdens de operatie, waarna het bot vervolgens vastgroeit op de prothese. Dit is het meest gebruikte type. `
Indien slechte botkwaliteit wordt de heupprothese met behulp van cement in het bot verankerd.
Er zijn heel veel verschillende types heupprothesen op de markt. De chirurg zal voor u de meest geschikte prothese kiezen. De chirurg maakt zijn keuze op basis van uw leeftijd, geslacht, lichaamsbouw en activiteitsgraad.
De operatie
De ingreep zelf duurt ongeveer 1,5 uur. De operatie gebeurt onder algemene narcose of plaatselijke (epidurale) verdoving (met een ruggenprik verdooft de anesthesist uw beide benen vanaf de lage rug).
Met deze verdoving blijft u zelfstandig ademen. U krijgt wel een rustgevend medicament, zodat u zich comfortabel voelt en niets hoort.
Bij de direct anterieure approach wordt de heup benaderd via de voorkant van het bekken, tussen 2 grote spiergroepen, zonder deze hierbij te beschadigen.
De incisie ligt hierbij vooraan op de dij, in de lengterichting of schuin via de liesplooi. Deze bedraagt doorgaans slechts een 10-tal cm.
De voordelen van deze techniek zijn:
- De heup kan benaderd worden tussen de spieren door, waardoor er minder spierschade veroorzaakt wordt.
- Vlottere en vrijere revalidatie, met minder beperkingen na de operatie. Doorgaans ( maar niet altijd) kunnen de krukken na viertal weken achterwege gelaten worden.
- Gezien er spier- en kapselsparend gewerkt wordt, is er minder risico op luxatie (waarbij de heup uit de kom gaat). Er gelden dan ook minder restricties. Slapen op de geopereerde zijde is toegestaan al kan dit onaangenaam zijn de eerste dagen na de ingreep.
- Zonder bloedverlies
- De ingreep gebeurt in ruglig, waardoor er een goede controle is over de beenlengte.
Wat zijn de mogelijke complicaties van de operatie?
Zoals bij iedere chirurgische ingreep zijn er ook bij een totale heupprothese verschillende complicaties mogelijk. Gelukkig is de kans op complicaties na een totale heupprothese eerder klein.
Reactie op de anesthesie of verdoving: (misselijkheid, hoofdpijn, braken…)
Voor de ingreep zal de anesthesist bij u langskomen om de verdoving zo goed mogelijk op uw conditie af te stemmen. Volg het advies om niet meer te eten/drinken/roken de nacht voor de ingreep.
Een slokje plat water kan tot 2 uur voor de ingreep.
- Pijn
Pijnbeleving is individueel verschillend. De eerste dag krijgt u de nodige pijnmedicatie via een infuus, eens dit verwijderd wordt, zal u op regelmatige tijdstippen pijnmedicatie in tabletten aangeboden krijgen. Belangrijk is dat u tijdig aangeeft als de pijn voor u te uitgesproken is.
Na ontslag neemt u de eerste dagen de pijnmedicatie best op vaste tijdstippen in om dan op geleide van uw pijn de medicatie af te bouwen. - Wondinfectie
Dit gebeurt niet vaak. De kans op een infectie na het plaatsen van een heupprothese wordt internationaal geschat op ongeveer 1%.
Behandeling kan bestaan uit antibiotica en soms zelfs een operatie waarbij de heup wordt gespoeld. In het slechtste geval dient de prothese vervangen te worden.
Als er thuis meer roodheid en/of pijn optreedt, neemt U best direct contact op met uw chirurg.
Vermijd blind opstarten van antibiotica zonder overleg! - Nabloeding
Zolang uw verband droog blijft,wordt dit niet vervangen. Het verband dient een 14 tal dagen ter plaatse te blijven tot de wonde goed genezen is en de hechtingen verwijderd zijn. - Flebitis / Diep veneuze trombose / Longembool
Tijdens en na de ingreep is er een verhoogd risico op vorming bloedklonters in de aders van het been, meestel ter hoogte van de kuit.
Tijdens uw opname zal U elke dag een spuitje krijgen in de buik met bloedverdunnende medicijnen om de klontervorming tegen te gaan. Na ontslag wordt meestal overgeschakeld op tabletten gedurende een periode van 1 maand. - Koorts
De eerste dagen na de ingreep kan u lichte temperatuurverhoging doen. Dit noemen we resorptiekoorts en is volkomen normaal. Bij hoge koorts of rode /lekkende wonde dienen we te denken aan een heupinfectie. best neemt U dan direct contact op met uw behandelende chirurg. - Zwelling van het geopereerde been
De eerste weken na de ingreep is dit normaal. Soms kan er een bloeduitstorting ontstaan waardoor uw (onder)been paars/blauw kan verkleuren. Regelmatige ijsapplicaties kunnen dit behelpen. De zwelling of bloeduitstorting verdwijnen uiteindelijk vanzelf na enkele weken. - Heupluxatie
Een heupluxatie is het uit de kom schieten van de heupkop. Als dit gebeurt kan je niet meer op je been staan en is een reductie onder narcose aangewezen. Gelukkig is de kans op een luxatie zeer gering. De ergotherapeut zal u de nodige aanwijzingen geven om dit risico tot een absoluut minimum te beperken. - Beschadiging van een zenuw
In uw bovenbeen kan een zenuw beschadigd of opgerekt raken tijdens de operatie.
Dit kan aanleiding geven tot een gestoord gevoel op de zijkant van het bovenbeen ( meralgia paresthetica).Meestal herstelt dit vanzelf binnen enkele maanden.
Een beschadiging van de bovenbeenszenuw ( de nervus femoralis) is zeer zeldzaam. Meestal herstelt dit ook spontaan. U revalideert hierdoor wel langzamer. - Beenlengteverschil
De eerste dagen hebben veel patiënten het gevoel dat de benen niet even lang zijn. Meestal is dit in werkelijkheid niet het geval, maar wordt dit gevoel veroorzaakt door zwelling en stijfheid van de spieren.
Mocht blijken dat er daadwerkelijk een beenlengteverschil is ontstaan na de ingreep, kan dit opgelost worden met een inlegzooltje of een schoenophoging.
Realistische verwachtingen na een totale heupprothese
Eén van de belangrijkste redenen om een heupprothese te overwegen, is de aanwezigheid van sterke pijn. De eerste maanden kan de heup nog wat gevoelig zijn. Toch zien we dat een jaar na de operatie meer dan 90% van de patiënten tevreden is over het resultaat van de ingreep.
Een andere belangrijke reden om een heupprothese te overwegen was de serieuze beperking in het dagelijks functioneren. Hierbij zien we dat de patiënten in de loop van de eerste twee maanden na de ingreep geleidelijk en voorzichtig hun activiteiten hervatten. Vaak zijn er 5 tot 8 maanden nodig om na een heupprothese een optimaal resultaat te bereiken. De patiënt kan dan normaal zijn dagelijkse activiteiten uitoefenen.
Soms kan na verloop van tijd één van de prothesedelen los komen te zitten of verslijten. Indien dit het geval is, moet dit zo mogelijks worden vervangen. We spreken dan van een heuprevisie.